Gericht aan alle huidige en toekomstige AOW-gerechtigden

Blogartikel door: Dewi Deijle
Gepubliceerd op www.ojau.nl, 31 december 2016

Geachte doelgroep,

Deze brief is gericht aan alle personen binnen en buiten Nederland, met de Nederlandse of een andere nationaliteit of met meerdere nationaliteiten, die reeds of in de nabije toekomst een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) gaan ontvangen. OJAU schrijft een brief aan u allen om duidelijkheid te scheppen. Het moge u namelijk na het lezen van deze brief duidelijk zijn dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is met dat AOW’tje. De wet is de wet, regels zijn regels? Nee, zo zit het dus niet in elkaar. OJAU legt u daarom een en ander een klein beetje uit. Of u deze brief wilt lezen en de inhoud ervan al dan niet waardevol vindt, dat is aan U.

Eerst een heel klein beetje stoffig

OJAU ziet in de samenleving met regelmaat misverstanden, er zijn zoveel wetten en regels die in Nederland gelden. Men wordt geacht de wet en de regels te kennen, de werkelijkheid is uiteraard dat niemand alle wetten en regels kent. Het gaat in deze brief om beleidsregels. Daar zijn er zoveel van, maar niet altijd zichtbaar voor de burger omdat het in feite richtlijnen zijn die de overheid binden en niet de burger. Niettemin voor de burger van groot belang om in bepaalde situaties op de hoogte te zijn van deze beleidsregels.

In artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) - een wet die algemene regels bevat over de verhouding tussen de overheid en de (individuele) burgers - wordt een beleidsregel gedefinieerd als een algemene regel, niet zijnde een algemeen voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Beleidsregels hebben onder andere het doel duidelijkheid naar de burger toe te scheppen.

Ingevolge artikel 4:84 van de Awb handelt een bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel, 'tenzij' dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Een bestuursorgaan kan dus een individuele beslissing nemen, gebaseerd op ‘bijzondere feiten en omstandigheden’ van het individuele geval.

Ten behoeve van de uitvoering van een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan kunnen dus allerlei regels en objectieve criteria worden vastgesteld waaraan het bestuursorgaan toetst om tot een redelijke beoordeling te kunnen komen. OJAU probeert in deze brief uit te leggen dat het creëren van eenvoud en duidelijkheid door regels op te stellen juist ook onduidelijkheid kan scheppen in bepaalde situaties voor bepaalde doelgroepen en op individueel niveau tot allerlei (voor- en nadelige) gevolgen kan leiden. Al helemaal wanneer wettelijke criteria nader zijn uitgewerkt in de rechtspraak waardoor het toetsingskader voor een burger niet voldoende transparant meer is.

In deze brief richt OJAU zich op alle personen die een AOW-pensioen ontvangt of gaat ontvangen.

Het probleem in zicht

Weliswaar met pensioen, niettemin druk met allerlei activiteiten waar u tijdens uw lange arbeidsperiode die hieraan voorafging geen tijd voor had. Als voorbeeld even een greep uit de agenda van Griet die al sinds 1 januari 2013 een AOW-pensioen ontvangt en al voor die datum met goede vriend Hans een woning deelt. Griet houdt consequent een agenda bij vanwege haar drukke leven en omdat zij ondertussen wel een beetje vergeetachtig wordt. Griet schrijft alles op:

Maandag; oppassen op de kleinkinderen + Hans leent de auto + Hans zet het vuilnis aan de weg
Dinsdag; wasdag + high tea vrouwenclub
Woensdag; wekelijkse boodschappen doen (zie ook Hans lijstje) + in de avond hobbyclub
Donderdag; nordic wandeling met vriendin Katrien + tomaten en komkommers in tuin voor Hans verzorgen + 's avonds afscheidsfeest op werk van Hans vanwege z’n pensioen
Vrijdag; als vrijwilliger collecte lopen + Hans lapt de ramen + Hans kookt avondeten
Zaterdag; weekendje weg met Hans

Veel van deze activiteiten zullen voor Griet zonder problemen verlopen maar kunnen, zoals u later zult begrijpen, haar dagelijkse leventje volledig op z’n kop zetten. De hoogte van het AOW-pensioen van Griet, die nog volop in het leven staat en zich verder van geen kwaad bewust is, kan namelijk afhangen van de invulling van haar agenda. En dat alles vanwege die activiteiten met Hans.

De maximale hoogte van het AOW-pensioen voor een alleenstaande is bruto € 1.563,61 per maand, en voor een gehuwde of samenwonende € 794,59 (Bron: Rijksoverheid, AOW- brutobedragen per 1 januari 2017). In de AOW staat beschreven wat wordt verstaan onder een alleenstaande en iemand die gehuwd is of samenwonend en personen die daarmee worden gelijkgesteld.

Artikel 1, lid 3 van de AOW luidt als volgt.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:
a. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.

Artikel 1, lid 4 van de AOW luidt als volgt.

Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.

Artikel 9, lid in van de AOW luidt als volgt.

Deze wet kent een bruto-ouderdomspensioen voor de:
a. ongehuwde pensioengerechtigde
b. gehuwde gerechtigde

De Sociale Verzekeringsbank (SVB), de uitvoerder van de AOW, heeft beleidsregels gemaakt om deze wettelijke bepalingen nader uit te leggen en om te kunnen bepalen hoe hoog het AOW-pensioen voor een individuele AOW-gerechtigde mag zijn.

So far so good.

Nog ietsje complexer

De AOW staat ook toe dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hoofdverblijf in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor een ander (artikel 1, lid 7 AOW). Tevens zijn er begrippen zoals duurzaam gescheiden leven en het zorgcriterium die nader zijn uitgewerkt in de rechtspraak. Op grond van deze jurisprudentie heeft de SVB ook bepaald beleid ontwikkeld. De toepassing van deze beleidsregels vertaalt zich in de feitelijke afweging van belangen en objectieve beoordeling van feiten en omstandigheden ten behoeve van de vaststelling van de hoogte van uw AOW'tje. Deze vaststelling wordt vervat in een beschikking - een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan - waarin verwezen wordt naar de wettelijke grondslag, alsmede de toegepaste beleidsregel (motivatie).

Een AOW-pensioen krijgt men niet automatisch maar wordt op aanvraag toegekend, en de hoogte ervan is afhankelijk van uw leefsituatie. Het is u dan ook sterk aan te raden dat u duidelijk bent in de opgave van uw leefsituatie als u een AOW-pensioen aanvraagt, zodat de SVB u een beschikking kan toesturen met de hoogte van het AOW-pensioen zoals die voor U geldt. Het kan dus heel goed zijn dat uw AOW-gerechtigde buurman of ex-collega een hoger of lager AOW-pensioen krijgt, terwijl die ‘naar het lijkt’ in een zelfde situatie als u leeft.

Lekker simpel AOW’tje, maar geen gesneden koek

Het is voor een aantal lezers onder u mogelijk een ‘niet op mij van toepassing’ onderwerp maar onderschat het belang van het onderkennen van uw eigen leefsituatie toch niet.

OJAU geeft straks een paar voorbeelden van leefsituaties die ontleend zijn aan beroepszaken die gevoerd zijn bij de rechtbank. De AOW’er kan bijvoorbeeld van mening zijn dat hij of zij niet gelijkgesteld mag worden met een gehuwde en daarom recht heeft op een hoger maandbedrag. Maar ook kan achteraf juist blijken dat een AOW'er jarenlang ten onrechte een te laag bedrag heeft ontvangen. Houdt u er in die laatste situatie wel rekening mee dat men dan maar met één jaar terugwerkende kracht het achterstallige AOW-pensioen nabetaald krijgt, behoudens bijzondere gevallen (wanneer daar sprake van is, wordt ook weer aan de hand van door de SVB opgestelde criteria beoordeeld) én het van financiële hardheid zou getuigen om een verhoging van het AOW-pensioen met een langere terugwerkende kracht te verlenen (tot een maximum van 5 jaar). U denkt zeker: dat lijkt niet eerlijk, men dient toch te krijgen waar men recht op heeft? Tsja. Sterker nog, als u teveel AOW heeft ontvangen dan worden bedragen wel met volledige terugwerkende kracht van u teruggevorderd, dan geldt geen maximum van 5 jaar. Een dergelijke situatie kan dus een rechtszaak waardig zijn.

Nu even die paar voorbeelden van verschillende leefsituaties waarin u als (toekomstige) AOW’er in kunt terechtkomen (of al in zit).

• U en uw partner willen niet 24 uur op elkaars lip zitten en daarom heeft ieder nog een eigen woning om enigszins zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid te behouden.
• U zit er over na te denken om met een goede vriend een geregistreerd partnerschap aan te gaan, enkel vanwege erfrechtelijke motieven.
• U kunt er ook aan denken om op grond van financiële redenen in één woning te gaan wonen met een vriend of vriendin, om de kosten te delen en elkaar een beetje te helpen. Er is geen sprake van een affectieve relatie.
• U helpt een kennis of familielid in een noodsituatie en laat hem of haar tijdelijk kosteloos bij u verblijven. Deze persoon kan helemaal niets financieel bijdragen in de huishouding dus u onderhoudt hem of haar ook nog eens volledig. U bent een goed mens!
• Uw meerderjarige kleinkind woont bij u omdat hij of zij dan dichter bij school kan wonen. Uw kleinkind hoeft geen financiële bijdrage te leveren in het huishouden maar in ruil daarvoor doet hij of zij klusjes voor u in en rondom het huis.
• U bent gehuwd maar uw partner wonen om wat voor redenen dan ook niet in dezelfde woning. U ziet en spreekt elkaar wel. U leidt verder een zelfstandig leven.
• U bent alleenstaande geworden en u heeft op den duur weer behoefte aan gezelschap gekregen. Wat leuk dat u uw veel jongere nieuwe maatje die in Zuid-Spanje woont op internet heeft gevonden. Nu kunt u een deel van het jaar daar samen doorbrengen, een deel van het jaar in Nederland en ook nog ieder een deel van het jaar zelfstandig.
• U en uw partner zijn gehuwd maar uw partner woont in het buitenland. Op grond van godsdienstige overwegingen wilt u niet scheiden maar u ziet elkaar nooit. Ieder leidt een zelfstandig leven als ware u niet met elkaar gehuwd bent.
• U woont met een ander AOW-gerechtigd stel op hetzelfde adres. Incidenteel kookt u voor het stel en u doet lichte klusjes in het huishouden, met name omdat het stel niet zo goed ter been is.
• Hoe fijn is het als u en uw partner elke dag bij elkaar kunnen zijn maar jullie beiden nog een spaarpotje willen behouden in de vorm van een woning. Ieder betaalt dus de eigen hypoheek en vaste lasten voor betaalt. Uw partner heeft de woning echter wel beschikbaar gesteld voor een gezin gevlucht uit Afghanistan.
• Helaas kan het ook voorkomen dat uw partner voor langere tijd wegens verpleging is opgenomen in een instelling en u nauwelijks nog contact kunt hebben met elkaar hebben, mogelijk is het een tijdelijke situatie. In deze tijdelijke situatie heeft u een kostganger in huis.
• U gaat als vrienden weer onder één dak wonen met uw ex-partner waar u jaren geleden een kind mee heeft gekregen.

Het zijn leefsituaties uit de werkelijkheid. Kunt u OJAU vertellen wat voor soort AOW-pensioen hoort bij elke situatie zoals hierboven beschreven? Als u nou die AOW’er bent, zou u dan recht hebben op een AOW-pensioen voor dat van een:
1. een alleenstaande
of
2. een gehuwde

Lastig, niet waar? Slechts 2 keuzes, toch zo complex.

Tijden zijn veranderd en blijven veranderen. Als voorbeeld, een echtpaar is niet meer verplicht om samen te wonen. Per 1 januari 2000 is de bepaling ‘het duurzaam verantwoordelijkheid dragen voor elkaar' uit het Burgerlijk Wetboek geschrapt. Alleen al door die wijziging zijn nu allerlei leefvormen denkbaar.

Een lastige beoordeling zoals OJAU net al heeft beschreven, omdat elke leefsituatie langs de lat van de wettelijk gestelde criteria en de uitwerking daarvan in de rechtspraak moet worden gelegd, en omdat er ook rekening moet worden gehouden met andere besluiten. Het kan nog ingewikkelder worden als een of meerdere personen waarmee u in één woning woont een uitkering ontvangt, bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of een werkloosheidsuitkering en het recht op die uitkering, dan wel de hoogte daarvan, afhangt van allerlei wettelijke bepalingen die ook weer zijn uitgewerkt in allerlei beleidsregels. Op dit zijpad gaat OJAU nu verder niet in, het is al complex genoeg.

Niet uw gevoel, maar de feiten

OJAU heeft ervaren dat men er niet voldoende van bewust is dat een bepaalde situatie waarin men leeft van invloed kán zijn op de hoogte van het AOW-pensioen. Als gevolg daarvan doet men een onvolledige weergave van de feiten bij het aanvragen van een AOW-pensioen, of geeft men een bepaalde wijziging in de leefsituatie niet door. U denkt vast: wat heeft de SVB ermee te maken hoe en met wie ik leef, dat is privé. Of het is mijn partner niet, dus waarom zou ik doorgeven dat ik met die persoon een woning deel. Daar heeft u gelijk in. Het is verder natuurlijk uw eigen verantwoordelijkheid. Maar de SVB moet de hoogte van uw AOW-pensioen kunnen vaststellen en in die context dient dan ook een inhoudelijke (maar objectieve) beoordeling van u leefsituatie te worden gedaan.

Uit het aantal gerechtelijk uitspraken kan men opmaken dat er nogal wat te betwisten valt over wanneer een persoon al dan niet een gezamenlijke huishouding voert of duurzaam gescheiden leeft met zijn of haar huwelijkspartner. U kunt zich mogelijk wel voorstellen dat er jaarlijks genoeg bezwaar- en beroepsprocedures gevoerd worden hieromtrent. En deze zaken zijn vaak zeer casuïstisch. Naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (die in hoger beroep oordeelt over geschillen op het terrein van o.a de sociale verzekeringen) dient de vraag of in een bepaald geval sprake is van een gezamenlijke huishouding te worden beantwoord aan de hand van objectieve criteria. Alle in het concrete geval betrokken feiten en omstandigheden, die niet van subjectieve aard zijn, worden afgewogen en in onderling verband en samenhang bezien. Daarbij zijn de omstandigheden die tot het voeren van een gezamenlijke huishouding hebben geleid, de motieven van betrokkenen en de aard van de onderlinge relatie niet van belang. Het is voor de bepaling van de hoogte van uw AOW-pensioen dus niet van belang of er al dan niet sprake is van een affectieve relatie tussen u en de persoon waarmee u onder één dak woont. Ook de situatie dat u bijvoorbeeld voor 8 maanden een goede kennis onderdak verschaft maar daar niet op tijd melding van heeft gemaakt bij de SVB, kán aanleiding geven om uw AOW-pensioen met terugwerkende kracht om te zetten naar dat van een gehuwde/samenwonende. Goed bedoelde acties, waarbij totaal geen sprake is geweest van kwade opzet, kunnen helaas dan ook voor sommige AOW’ers uitmonden op een (financieel) drama.

De gegeven voorbeelden van leefsituaties kunnen toch handig zijn voor u als (toekomstige) AOW’er zodat u er eventueel (alvast) rekening mee kunt houden bij de berekening van uw financiële situatie. Of als een vergelijkbare situatie zich later onverwacht voordoet, dat u er wellicht nog aan terugdenkt dat u ooit iets heeft gelezen hierover in een brief aan u van OJAU.

Aan de Spaanse kust of tussen Canadese bergen met uw AOW-pensioen

Nog even een extraatje. Eind december 2015 woonden er 336.525 AOW-gerechtigden in het buitenland. Populaire landen zijn België, Spanje, Duitsland, Turkije, VS, Canada, Australië, Marokko, Frankrijk en Groot-Brittannië (Bron: CBS en SVB).

Het zijn niet alleen AOW'ers die voor of na de pensioengerechtigde leeftijd zijn geëmigreerd naar een ander land, maar ook personen in het buitenland die ooit, dus zelfs in een ver verleden (aantoonbaar) in Nederland hebben gewoond en gewerkt en wellicht geen eens een woord Nederlands (meer) spreken. Ook zij kunnen aanspraak maken op een AOW-pensioen. Als u er toevallig een van bent die momenteel in het buitenland woont en tot voor kort voor een paar jaar in Nederland heeft gewoond en/of gewerkt, reken uzelf dan niet meteen rijk. 'Wonen in Nederland' en 'AOW-pensioen opbouwen' lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden maar vergis u niet! Ook hier zijn weer allerlei regels, voorwaarden en criteria voor vastgesteld.

U ziet, wat een toestanden allemaal rondom een simpel AOW'tje.

Een AOW-pensioen kan dus in de meeste landen worden uitgekeerd zolang u aan de voorwaarden voldoet. OJAU wijst u in deze context wel op de Wet Beperking Export Uitkeringen (Wet BEU), maar met veel landen is een verdrag gesloten met afspraken over controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen. Voorts kunnen er andere factoren zijn die de hoogte van uw AOW-pensioen bepalen in een bepaald land (het woonlandbeginsel).

Hoe dan ook; andere landen, andere wetten en regels, andere leefomstandigheden en gewoonten, et cetera. Niettemin heeft u voor wat betreft uw AOW-pensioen altijd nog te maken met regels die gelden in het land waaruit u uw AOW-pensioen ontvangt, dus Nederland, en niet met de regels van het land waar u woont.

Stel, Piet is zo’n 25 jaar geleden naar Frankrijk verhuisd vanwege zijn werk. Hij woont daar nog steeds, komt nauwelijks nog in Nederland en zijn kennis van de Nederlandse taal is hem ook bijna vergaan. Piet ontvangt een (gedeeltelijk) AOW-pensioen voor dat van een alleenstaande. Hij deelt sinds kort met een meerderjarige persoon (vriend, kennis of familielid) een woning vanwege kostenbesparing en omdat zijn gezondheid te wensen overlaat. Deze woonsituatie heeft in Frankrijk mogelijk geen invloed op de hoogte van het Franse opgebouwde ouderdomspensioen van Piet, maar dat heeft niets te maken met de Nederlandse regels omtrent het AOW-pensioen. Piet moet deze nieuwe situatie dus doorgeven aan de SVB. Of hij daarna een AOW-pensioen krijgt voor iemand die gehuwd is of samenwoont, dat hangt af van het hele feitencomplex.

Kortom, uw leefsituatie dient u dus ALTIJD door te geven aan de SVB, en dan ook nog eens binnen de daarvoor gestelde termijn. U wordt geacht de Nederlandse regels te kennen, waar u ook woont. OJAU schrijf het u toch nog maar. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Geen bangmakerij, gewoon even weten

OJAU schrijft u deze brief niet voor niets maar ook weer niet om u bang te maken. Bewustmaking is het enige doel. De SVB communiceert op allerlei manieren en via diverse kanalen over het AOW-pensioen: de voorwaarden, uw rechten en uw plichten. U dient bepaalde wijzigingen in uw leefsituatie te melden – vergis u niet, dat is een hele waslijst, vooral als u in het buitenland woont omdat er nauwelijks automatische gegevensuitwisseling tussen Nederland en andere landen plaatsvindt – en over de gevolgen als u, al dan niet bewust, een onjuiste opgave doet van uw feitelijke leefsituatie.

Verbaas u vooral niet over het feit dat er binnen en buiten Nederland AOW-gerechtigden rondlopen die hun leven lang een deel AOW-pensioen aan het terugbetalen zijn als gevolg van ‘een misverstand’ over hun leefsituatie en zelfs te maken kunnen krijgen met een bestuurlijke boete of verdenking van fraude (en werkelijk, het gaat met regelmaat om duizenden Euro’s). Terecht? Zeker niet in alle gevallen, maar ook dat moet altijd bekeken worden per individueel geval. Verder kunnen er allerlei bijzondere omstandigheden zijn die ervoor kunnen zorgen dat u niet het hele bedrag hoeft terug te betalen. Om die laatste reden hoeft u het er dan ook niet bij voorbaat bij te laten zitten als u vanwege een steekproef of anonieme tip een toezichthouder van de SVB op uw stoep heeft staan en een paar weken daarna een beschikking op de deurmat heeft liggen met daarin de mededeling dat u een gedeelte van uw AOW-pensioen moet terugbetalen, en ook nog eens een boete opgelegd heeft gekregen omdat u niet aan uw inlichtingenplicht zou hebben voldaan: het "oeps, ik wist niet dat er in mijn situatie sprake zou zijn van een gezamenlijke huishouding, ik heb het niet met opzet verzwegen" krijgt dan namelijk een vervelend staartje. Dat geldt ook als blijkt dat u jarenlang eigenlijk recht had op een hoger AOW-pensioen maar u enkel met één jaar terugwerkende kracht krijgt nabetaald.

Hoe dan ook, daar waar wetten en regels ruimte bieden voor een belangenafweging bij de beoordeling van de feiten en omstandigheden door een bestuursorgaan, is er voor u ruimte om zinvol te ageren tegen een voor u nadelige beslissing. Want 'zo zijn eenmaal de regels' gaat lang niet altijd op.

Hopelijk is het voor u als (toekomstige) AOW’er na het lezen van deze brief een beetje duidelijker geworden. Excuses voor als dat niet het geval is maar het zit nu eenmaal niet zo eenvoudig in elkaar, met dat AOW’tje.

Met een knipoogje en een vriendelijke groet,

OJAU.

Terug naar Blog