Geschreven door: Dewi Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 14 maart 2023

Ik deel maar weer even mijn zorgen, die helaas ten opzichte van mijn andere berichten over de aanhoudende problemen in de WIA, alleen maar groter zijn geworden. Een verbeterde realiteit is echter nog lang niet in zicht.

Gelukkig heb ik in de jaren dat ik dit werk doe veel zaken met succes kunnen afsluiten, maar er zitten helaas ook zaken tussen waarbij ik geen goed nieuws heb te melden aan mijn cliënten. Hoewel ik nooit garanties geef, leek het zo logisch dat er een positief resultaat zou volgen. Helaas voor bepaalde zaken toch een te ambitieuze gedachte. Met een beetje relativering probeer ik de teleurstelling van zowel de cliënt als die van mij te sussen: het is vast geen onwil van de betreffende instantie die in veel gevallen gebonden is aan wettelijke bepalingen, protocollen en uitvoeringsregels, zoals ik vaak zie bij arbeidsongeschiktheidszaken. Maar toch wringt er iets. Als echt niet van de wet kan worden afgeweken, dan begrijpt de cliënt dat ook, maar met regelmaat zie ik dat bij UWV met meerdere maten wordt gemeten, cliënten niet ‘echt’ worden gehoord, onderzoeken niet zorgvuldig worden uitgevoerd en niet op transparante wijze wordt gereageerd op bezwaargronden. Het is weliswaar vervelend als de cliënt in het ongelijk wordt gesteld, maar vooral de wijze waarop de uitkomst tot stand is gekomen, zorgt voor de nodige frustraties. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel bijvoorbeeld is echter niet zo eenvoudig. Ingekleurd met casuïstiek, is iedere zaak weer uniek, maar ondertussen weet de burger niet waar hij aan toe is, ondanks de poging van de uitvoeringsinstantie in het handelen consistent over te komen. Het inschakelen van een jurist betekent dus niet dat dit soort hobbels niet meer voorkomen. Het is fijn dat de cliënt het grootste deel van het werk uit handen kan geven zodat hij of zij zich kan richten op andere belangrijke zaken, zoals diens herstel vanwege ziekte, maar toch blijft het op de achtergrond sudderen. Het blijft natuurlijk spannend wat de uitkomst van de procedure zal zijn. Nu is er nog iets dat veel onzekerheid geeft, namelijk de duur van de bezwaarprocedure.

Multiproblematiek door lange wachttijden

UWV kampt tot de dag van vandaag met structurele achterstanden, onder andere door een te kort aan verzekeringsartsen. Bezwaarprocedures worden standaard verlengd. Maar ook een procedure bij de rechter is doorgaans langslepend van aard, mede door achterstanden als gevolg van de hoge instroom aan beroepszaken en personeelstekorten. Zo kan het wel 1,5 jaar duren voordat een zaak op zitting komt.

Op 22 februari 2023 verscheen een bericht in het AD: 'Alle seinen staan op rood in de Nederlandse rechtspraak. Honderden rechters en officieren van justitie dreigen tijdelijk het werk neer te leggen uit onvrede over de hoge werkdruk, enorme personeelstekorten en toenemende bedreigingen' [klik hier om het bericht te lezen].

Als een rechter in een (hoger)beroepsprocedure allerlei kritische vragen stelt aan de UWV, of zelfs na een zitting een heropeningsbeslissing neemt en een nieuw (onafhankelijk) medisch onderzoek instelt, biedt dat voor een rechtszoekende hoop. Maar aan het einde van de rit is de rechter net zo gebonden aan allerlei dichtgetimmerde wettelijke bevoegdheden, die gaat dan uiteindelijk toch af op het oordeel van de verzekeringsarts. Vooral wanneer de procedure bij beide instanties lang heeft geduurd wegens voortschrijdende organisatorische perikelen, is dat voor betrokkene extra pijnlijk.

Als er wel sprake is van een gegrondverklaring, dan is er in mijn zaken meestal sprake van schending van een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals onzorgvuldig onderzoek). Het UWV zal dan een nieuwe beslissing op bezwaar moeten nemen, rekening houdend met wat de rechter in de zaak heeft overwogen. Helaas kan die nieuwe beslissing behoorlijk lang op zich wachten.

Dat mijn cliënten, en ze zijn niet de enige, eindeloos lang moeten wachten op een besluit van het UWV of uitspraak van de rechter over hun arbeidsongeschiktheidsuitkering, vind ik schrijnend. Zo moeten zij zich in allerlei bochten wringen om financieel rond te kunnen komen. Een bijstandsuitkering verkrijgen is ook niet altijd mogelijk. Niet alleen de betrokkene zelf, want als die een gezin heeft, lijden de leden ervan net zo onder. Kinderen belanden door deze trage werkwijze in armoede. Zelfs als er uiteindelijk een positief besluit wordt genomen door UWV of gegronde uitspraak wordt gedaan door de rechter, is aan het lange wachten en de problemen die zich als gevolg daarvan hebben opgestapeld, niets meer te doen. Het behoeft dan ook geen verdere toelichting dat van de term ‘positief’ bij de afsluiting van de zaak, dan nauwelijks iets overblijft.

Toepassing menselijke maat ondermaats

Her en der proberen instanties wel iets meer aan te sluiten bij de persoonlijke situatie en wensen van de burger. Het UWV noemt dit bijvoorbeeld heel mooi het toepassen van de menselijke maat. Een voorbeeld is het niet meer terugvorderen van een eerder toegekend voorschot als vele maanden later bij de definitieve toekenning blijkt dat er teveel is uitbetaald. Deze handelswijze vind ik eigenlijk alleen maar logisch. Dat heeft wat mij betreft niets met toepassing van de menselijke maat te maken, maar het getuigt slechts dat UWV diens organisatie niet op orde heeft, en de burger daar vooral niet nog meer de dupe van mag worden.

De toepassing van de menselijke maat is wat mij betreft heel erg nodig in de inhoudelijke beoordeling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Helaas wordt daar vooral over geschreven en gesproken, maar zie ik er in de praktijk sporadisch iets van terug. Heel af en toe zie ik dat iemand een begripvolle verzekeringsarts tegenover zich heeft die de betrokkene in alle redelijkheid meer tijd gunt om te re-integreren, maar in het algemeen slaat de wet- en regelgeving voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen een enorm gat tussen theorie en praktijk. Het zorgt voor veel burgers die hun recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering willen verkrijgen, voor veel onbegrip. Een rigide uitvoering zit nu eenmaal in de wetgeving zit gebakken. Daarom beperk ik me niet alleen tot zaaksbehandeling maar ben ik ook actief in de politieke lobby om de hardheden in bepaalde socialezekerheidswetten en de uitvoering daarvan te ventileren en te pleiten voor wat beter kan. Maar ook in de politiek gaat het allemaal langzaam. Zo wordt er op bepaalde momenten door Tweede Kamerleden krachtig aandacht aan geschonken, maar vervolgens verandert er weinig tot niets. Tenminste niet in tastbare zin voor de burger.

Lees ook:

De Hardheden in het WIA stelsel - WIA perikelen en de zorgen van een sociaal juriste, deel III.
Het doorgeslagen keuringssysteem - WIA perikelen en de zorgen van een sociaal juriste, deel II.
Brief aan de SP, inzake WIA-beoordelingen - WIA perikelen en de zorgen van een sociaal juriste, deel I.

Systemische traagheid binnen de overheid

Niet alleen als het gaat om zaken in het socialezekerheidsrecht, het duurt ook lang met het opvragen van (proces)informatie bij welke instantie dan ook. Mijn cliënten voelen zich niet gehoord en vinden dat op onbehoorlijke en onfatsoenlijke wijze wordt omgesprongen met hun belangen. Ik kan me goed voorstellen dat zij dit zo ervaren. Over verzoeken in het kader van de Wet open overheid (WOO, voorheen WOB) maar niet te spreken, hier worden beslistermijnen ook structureel overschreden. Als juridisch belangenbehartiger kan ik alleen maar ondersteunen in de communicatie richting de trage instanties, zoals in gebreke stellen of als het gaat om een gerechtelijke procedure, een verzoek indienen bij de rechter voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De overheid, die oneindig veel geld heeft, neemt het uitbetalen van een dwangsom of schadevergoeding voor lief. Maar dit verandert verder niets aan de aan de duur van de procedure.

Door het onhoudbare systeem kan ik mijn werk nauwelijks goed plannen. Zo liep onlangs mijn agenda in een keer vol met hoorzittingen bij overheidsinstanties en zittingen bij de rechtbanken die eindelijk konden plaatsvinden. Van behandelmijnen kan ik niet meer uitgaan. Als ik allemaal zaken door het hele land bij verschillende instanties heb lopen, is dat voor mij - ik werk alleen - een onwerkbare situatie.

Gelukkig zijn er klachteninstanties, is er een Nationale Ombudsman en zijn er Tweede Kamerleden die pleiten voor meer voortvarendheid, transparantie en een behoorlijke uitvoering van allerlei wetten, maar het is niet genoeg. Bij het UWV krijgen medewerkers een loonsverhoging en minister Weerwind wil extra geld bieden tegen de werkdruk binnen de rechtspraak. Voor de medewerkers misschien een fijne oplossing, maar voor de burger biedt het geen hoopvol perspectief. Een fundamentele verandering in het hele systeem is heel erg hard nodig. Ik vermoed echter dat we ook daar nog eindeloos op zullen moeten wachten.

» Naar Blogartikelen