Gegrond bezwaar voor urenbeperking

Geschreven door: Dewi Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 18 januari 2021

Onlangs weer een positieve beslissing op bezwaar in een WIA-zaak die ging over een urenbeperking in de functionele mogelijkheden lijst (FML) die door de verzekeringsarts is vastgesteld.

Mijn cliënte was van mening dat zij momenteel geen 32 uur per week kan werken, ondanks dat de verzekeringsarts in de andere rubrieken beperkingen had vastgesteld waar de arbeidsdeskundige rekening mee moet houden bij het onderzoek over welke gangbare arbeid mijn cliënte zou kunnen verrichten. Wat ik namens mijn cliënte, kort samengevat, heb aangevoerd is dat het UWV zich bij het bestreden besluit ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat er geen redelijke grond is voor het aannemen van een urenbeperking. Ook heeft de verzekeringsarts in zijn rapportage niet voldoende inzichtelijk toegelicht waarom hier geen sprake van kan zijn. De beoordeling arbeidsongeschiktheid is derhalve onzorgvuldig tot stand gekomen. Ook was er een fout gemaakt in de arbeidsdeskundige beoordeling, maar het ging ten eerste om een aanpassing in de werktijden.

Naar aanleiding van de bezwaarprocedures is voor mijn cliënte een urenbeperking vastgesteld. De arbeidsdeskundige, die bekijkt welke algemeen geaccepteerde arbeid zij met haar krachten en bekwaamheden nog in staat is, kon in het claimborgings-en beoordelingssysteem (CBBS) van het UWV geen functies vinden waarin zij arbeid zou kunnen verrichten. Mijn cliënte is daardoor voor 80% tot 100% (maar niet duurzaam) arbeidsongeschikt.

Zes rubrieken in de FML

Voor de beoordeling of iemand die aanspraak wil maken op een WIA-uitkering nog benutbare mogelijkheden heeft in arbeid en zo ja, welke eventuele mogelijkheden er zijn om bepaald arbeid te verrichten, maakt de verzekeringsarts gebruik van zes rubrieken:

1. Persoonlijk functioneren
2. Sociaal functioneren
3. Aanpassing aan fysische omgevingseisen
4. Dynamische handelingen
5. Statische houdingen
6. Werktijden

Bij de vaststelling van beperkingen in deze rubrieken is een diagnose van de ziekte op zich onvoldoende. De verzekeringsarts onderzoekt waar beperkingen aanwezig zijn. Denk aan bukken, tillen, blootstelling aan teveel lawaai en stof, langdurig staan, etc. Het gaat dus om de vaststelling van klachten én beperkingen. Als er benutbare mogelijkheden zijn dan volgt de beoordeling door de arbeidsdeskundige. Lees hier meer over de WIA-beoordeling. De beperkingen kunnen invloed hebben op de arbeidsdeskundige beoordeling.

Bij de vaststelling van wat iemand met de bij hem aanwezige aandoening en andere fysieke en psychische klachten nog kan, dient de verzekeringsarts ook na te gaan wat de duur is van de arbeid die hij nog kan verrichten. Hiervoor gebruikt de verzekeringsarts de zogenaamde standaard “Duurbelastbaarheid in arbeid.”

Urenbeperking

Uit onderzoek van de verzekeringsarts kan blijken dat er sprake is van een beperking in het aantal te werken uren. De verzekeringsarts neemt dan een urenbeperking op. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat iemand ten minste vier uur per dag tot maximaal zestien uur per week arbeid kan verrichten in plaats van voltijds.

De beoordeling voor het aannemen van een urenbeperking doet de verzekeringsarts aan de hand van drie indicaties:
1. Stoornis in de energiehuishouding
2. Preventief
3. Verminderde beschikbaarheid

Hieronder een korte toelichting.

1. Stoornis in de energiehuishouding

Voor deze indicatie onderzoekt de verzekeringsarts de aard en ernst van de aandoening die iemand heeft, in verband met de noodzaak tot herstel van krachten (recuperatie). Over het algemeen moet er sprake zijn van een ernstig ziektebeeld ondanks dat er sprake is van een behandeling. De energiehuishouding kan op drie mogelijke manieren verstoord zijn:
• Als gevolg van een tekort aan energie
• Als gevolg van een te groot energieverbruik
• Bij verminderde mogelijkheden om te kunnen recupereren

Want wanneer is er bijvoorbeeld sprake van een aandoening die leidt tot een tekort aan energie?

Tekort aan energie
Een tekort aan energie ontstaat als iemand door een aandoening onvoldoende energie opneemt of de aanwezige energie inefficiënt gebruikt. Voorbeelden van dergelijke aandoeningen zijn ernstige hart- en longaandoeningen en een langzaam werkende schildklier.

Te groot energieverbruik
Een te groot energieverbruik ontstaat wanneer iemand door een aandoening meer energie verbruikt dan wat als normaal wordt beschouwd. De meeste bekende lichamelijke aandoeningen zijn kanker, chronische ontstekingsprocessen (o.a. COPD) en auto-immuunziekten.

Verminderde mogelijkheden tot recuperatie
Hiervan is sprake wanneer iemand onvoldoende kan herstellen van zijn vermoeidheid. De praktijk leert dat een verzekeringsarts dit zeer streng toetst. Vermoeidheid kan ontstaan omdat iemand lijdt aan een slaapstoornis en hierdoor niet goed kan in- en doorslapen. Deze slaapstoornis kan ontstaan als gevolg van verschillende stoornissen, zoals uit (ernstige) stemmingsstoornissen of trauma’s uit het verleden. Ook moet voldoende duidelijk zijn dat de slaapstoornis een negatieve uitwerking heeft op iemands dagelijks leven.

2. Preventief

Er kan een urenbeperking worden aangenomen op grond van een preventieve indicatie wanneer er sprake is van een aandoening waarvan bekend is dat ziekteverschijnselen kunnen optreden of verergeren bij een toenemende arbeidsduur.

Een preventieve urenbeperking kan worden aangenomen als het gaat om een aandoening die raakvlak heeft met de psychische gezondheid. Er moet sprake zijn van een patroon van overschrijding van de eigen grenzen, zelfoverschatting en/of een beperkt ziektebesef. Er is sprake van een gebrek aan ziekte-inzicht. Dit kan bijvoorbeeld voortkomen uit een bipolaire stoornis, psychose of een verstandelijke beperking.

3. Verminderde beschikbaarheid

Als iemand meerdere intensieve medische behandelingen ondergaat die meerdere dagdelen per week in beslag neemt, dan kan de persoon hierdoor mogelijk minder arbeid verrichten. Dan is hij verminderd beschikbaar. Op therapeutische basis meerdere dagdelen per week arbeid verrichten, is overigens onvoldoende om een urenbeperking aan te nemen. Er is dan namelijk geen sprake van een noodzakelijke behandeling. Iemand kan wel verminderd beschikbaar zijn als er extra tijd nodig is voor zelfzorg.

In de standaard “Duurbelastbaarheid in arbeid” staat meer gedetailleerde uitleg over de drie voornoemde indicaties.

Medisch bewijs

Voor de juiste vaststelling voor een beperking in de duurbelastbaarheid is van belang dat de persoon die zich hierop beroept, tijdens het onderzoek door de verzekeringsarts een representatief en een zo nauwkeurig mogelijk omschreven dagverhaal omschrijft.

In de praktijk blijkt dat een beperking in de duurbelastbaarheid niet snel wordt aangenomen door de verzekeringsarts. Belangrijk is dat er voldoende medische informatie wordt overlegd waaruit blijkt dat er sprake is van bijvoorbeeld een stoornis in de energiehuishouding, of dat bij teveel uren werken de klachten verergeren. Sommige personen laten een onafhankelijk verzekeringsgeneeskundige onderzoek uit voeren bij een deskundige. Bijvoorbeeld bij het Expertise Instituut te Apeldoorn. Hier zitten helaas wel kosten aan verbonden.

Terug naar mijn cliënte. Zij heeft kunnen aantonen dat 32 uur arbeid verrichten per dag, verdeeld over vijf dagen, niet ten goede komt aan haar herstel. Dus ook al wordt in de andere rubrieken rekening gehouden met andere beperkingen, het niet aannemen van een urenbeperking zou niet ten goede komen aan de behandeling die ze momenteel ondergaat. Het vergt nog teveel inspanning. Mijn cliënte wil wel weer aan de slag, maar voor minder uren en langzaam opbouwen, juist omdat ze ook aan het afbouwen is met haar medicatie wat onder begeleiding moet gaan. Een psychologisch rapport heeft aan deze nieuwe beoordeling bijgedragen. Het ging dus niet slechts om de beleving van mijn cliënte, zoals de verzekeringsarts stelde. In combinatie met de nieuwe vaststelling in de rubriek werktijden en de beperkingen die in de andere rubrieken al waren aangenomen, kon de arbeidsdeskundige geen functies duiden. Een gegrond bezwaarschrift dus waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is aangepast.

Geen geval hetzelfde

Dit soort zaken zijn behoorlijk casuïstisch. Geen één is hetzelfde. Er wordt ook gekeken naar allerlei andere factoren (de persoon zelf, zijn historie, de aandoening (met een objectiveerbare medische oorzaak) en eventueel in combinatie met andere klachten). Ik heb regelmatig gezien (en dat is toch heel vaak het geval) dat er helemaal geen urenbeperking werd vastgesteld, tot aan de hoogste rechter aan toe. Maar soms is het gewoon nog net te vroeg om zoveel uur per week arbeid te hervatten. De verzekeringsarts was wel van mening dat na een tijdje een herbeoordeling uitgevoerd moet worden. Er zijn echter geen duidelijke richtlijnen voor de termijn waarop een herbeoordeling gedaan moet worden. Dat hangt per situatie af, zoals in mijn cliënte haar geval is het afhankelijk van de duur van de behandeling die zij ondergaat, die is gesteld op ongeveer een jaar  (als er echter eerder verbetering op treedt in haar medische situatie, dan dient zij dit zelf door te geven aan UWV. Dit is een algemene verplichting). Na een herbeoordeling kan bekeken worden of de beperkingen en mogelijkheden bijgesteld moeten worden, maar voorlopig heeft mijn cliënte even de tijd en ruimte om verder te werken aan herstel.

Ga naar verzamelpagina